Het Nieuwe Verbintenissenrecht - Aflevering 3: Het overgangsrecht

Op 1 januari 2023 treedt het Boek 5 ‘Verbintenissen’ van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in werking.

De wetgever heeft hierbij ook aandacht besteed aan de werking van het nieuwe verbintenissenrecht in de tijd.

Er wordt hierbij gekozen voor maximale rechtszekerheid.

Kortweg worden er 3 principes vooropgesteld:

  1. De bepalingen van het nieuwe boek 5 zijn van toepassing op alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die hebben plaatsgevonden na de inwerkingtreding van deze wet.

    VB: Indien u een overeenkomst sluit met een klant op 10 januari 2023, zijn de nieuwe wetsartikelen van toepassing.

  2. De bepalingen van het nieuwe boek 5 zijn niet van toepassing op de toekomstige gevolgen van rechtshandelingen en rechtsfeiten die hebben plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding van de wet.

    VB: Indien er een betwisting wordt gevoerd over een overeenkomst die werd opgemaakt op 10 januari 2021 en die werd uitgevoerd vóór 01 januari 2023, zijn de oude wetsartikelen van toepassing.

  3. De bepalingen van het nieuwe boek 5 zijn niet van toepassing op de rechtshandelingen of rechtsfeiten die hebben plaatsgevonden na de inwerkingtreding van de wet die betrekking hebben op een verbintenis ontstaan uit een rechtshandeling of rechtsfeit die heeft plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding van de wet.

    VB: Indien u een overeenkomst sluit op 20 december 2022 en de uitvoering dient te gebeuren in 2023, is de oude wet van toepassing.

    VB: Indien een uitvoeringscontract wordt gesloten op 10 januari 2023 naar aanleiding van een raamovereenkomst dat gesloten is op 10 januari 2021, is de oude wet van toepassing.

Van de laatste 2 principes kan door partijen in onderling overleg worden afgeweken.

Het voorgaande zal maken dat voorlopig op het merendeel van de toekomstige geschillen het oude recht van toepassing zal blijven.

Niet onbelangrijk is dat de wetgever wel benadrukt heeft dat de rechtspraak op geen enkele wijze gehinderd wordt om reeds rekening te houden met de nieuwe bepalingen om vragen op te lossen die onder de oude wet voorwerp van betwisting waren.

Benieuwd wat de toekomst zal geven.

***

Indien u hierover meer vragen heeft, kan u steeds contact opnemen met onze werkgroep verbintenissen – bijzondere overeenkomsten en contracten

Het Nieuwe Verbintenissenrecht - Aflevering 2: Algemene Voorwaarden

Het belang en het gebruik van algemene voorwaarden is intussen goed ingeburgerd in de huidige handelspraktijken en gewoonten. De algemene voorwaarden zijn de regels die een onderneming hanteert bij het ontplooien van haar commerciële activiteit. Ze zijn vaak een aanvulling op overeenkomsten en leggen de rechten en plichten van beide contractspartijen vast.

Ook in het nieuwe verbintenissenrecht krijgen de rechtsregels met betrekking tot de algemene voorwaarden een wettelijke verankering en dit onder artikel 5.23 BW.

Hieronder wijzen we u alvast graag op een aantal belangrijke aandachtspunten:

 1.    Kennisgeving & Aanvaarding

De tegenstelbaarheid van uw algemene voorwaarden vereist twee voorwaarden:

  1. Uw contractspartij moet effectief kennisnemen van de bedingen of moet minstens de mogelijkheid hebben gehad om er effectief kennis van te nemen;

  2. De bedingen moeten door uw contractspartij worden aanvaard.

Een aanvaarde of niet binnen een redelijke termijn betwiste factuur met algemene voorwaarden, levert tussen ondernemingen het (weerlegbaar) bewijs van het bestaan van het contract en de tegenstelbaarheid van de algemene voorwaarden.

 2.    Conflicten tussen algemene voorwaarden: The battle of forms

Vanwege het belang van algemene voorwaarden is het niet ondenkbaar dat er situaties ontstaan waarbij de algemene voorwaarden van beide contractspartijen onverenigbare bepalingen bevatten of in strijd zijn met de inhoud van de onderhandelde overeenkomst.

In het nieuwe verbintenissenrecht wordt ook uitsluitsel gegeven over deze vragen en wel als volgt:

  1. Onderhandelde voorwaarden hebben voorrang op de algemene voorwaarden bij een conflict tussen beide;

  2.  Indien aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen, maken beide algemene voorwaarden deel uit van het contract, met uitzondering van de onverenigbare bedingen. Deze blijven zonder gevolg.

Indien u niet wenst gebonden te zijn door de algemene voorwaarden van de andere contractspartij, dient u dit vooraf of zonder onnodige vertraging na de ontvangst van de aanvaarding aan te geven. U dient dit uitdrukkelijk te doen en niet door middel van een vermelding in uw algemene voorwaarden. De overeenkomst zal vervolgens niet tot stand komen.

 3.    Bijzondere regels voor B2C verhoudingen

Wanneer u zich vertoeft in een B2C verhouding dient u bovendien bijzondere aandacht te besteden aan een aantal bijkomende verplichtingen die erop gericht zijn de consument te beschermen.

 Hieronder enkele tips:

  •  Zorg dat de verstrekte informatie en de algemene voorwaarden duidelijk en begrijpelijk zijn;

  • Zorg dat de verstrekte informatie overeenstemt met de informatiebehoefte van de gemiddelde consument;

  • Zorg dat uw algemene voorwaarden voldoende beschikbaar en zichtbaar zijn zodat de consument hiervan daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen vóór het sluiten van de overeenkomst;

  • Vestig de aandacht van de consument uitdrukkelijk op de inhoud van ongebruikelijke of buitensporige voorwaarden, zoals opzeg- of verbrekingsbedingen, door deze op een opvallende plaats te vermelden (bv. op de voorzijde) of typografisch duidelijk naar voren te schuiven;

  • Bij een consument zal de enkele vermelding van de algemene voorwaarden op uw factuur in principe niet volstaan, zelfs indien deze niet wordt geprotesteerd;

  • Let op dat uw algemene voorwaarden niet strijdig zijn met de resem van verboden bedingen van het wetboek economisch recht. Zo is o.m. verboden: de niet-wederkerigheid van uw schadebeding, het verminderen van de waarborg voor verborgen gebreken en dergelijke meer;

  • Laat uw algemene voorwaarden desgevallend ondertekenen om discussies over de tegenstelbaarheid te vermijden.

 ***

Voor meer informatie over algemene voorwaarden, kan u steeds terecht bij onze werkgroep verbintenissen – bijzondere overeenkomsten en contracten

Het Nieuwe Verbintenissenrecht - Aflevering 1: Verandering van omstandigheden

Op 1 januari 2023 treedt het Boek 5 ‘Verbintenissen’ van het nieuwe Burgerlijk Wetboek in werking. Hoewel de kern van het verbintenissenrecht in wezen onaangetast blijft, zijn er een heel aantal nieuwe zaken ingevoerd die een invloed kunnen hebben op de (nieuwe) rechtsverhoudingen met uw (onder)aannemers, opdrachtgevers, klanten, enzovoort.

Ben jij ook benieuwd wat deze nieuwe wetgeving voor jou betekent?

Hou dan zeker onze blogs in het oog!

In de komende periode zullen wij immers een heel aantal items aankaarten die ingevoerd of gewijzigd zullen worden binnen het nieuwe verbintenissenrecht.

 ***

We starten alvast met de invloed van gewijzigde omstandigheden op de bindende kracht van overeenkomsten. Het huidige klimaat toont immers meer dan ooit aan dat onvoorzienbare omstandigheden een grote impact kunnen hebben op de uitvoering van overeenkomsten. De vraag stelt zich wat partijen kunnen ondernemen indien de uitvoering van hun overeenkomst plots veel moeilijker is geworden door gewijzigde omstandigheden.

De basisregel is dat elke partij haar verbintenissen moet nakomen, ook al zou de uitvoering ervan zwaarder zijn geworden. Overeenkomsten strekken partijen tot wet.

Het nieuwe Boek 5 biedt echter soelaas door de wettelijke verankering van de ‘imprevisieleer’ (art. 5.74 BW).

In de toekomst bestaat de mogelijkheid voor de schuldenaar om aan de schuldeiser te vragen om opnieuw te onderhandelen over de bestaande overeenkomst met het oog op de aanpassing of de beëindiging ervan, mits voldaan is aan de volgende vereisten:

1) een verandering van omstandigheden maakt de uitvoering van het contract buitensporig bezwarend, dermate dat de uitvoering ervan redelijkerwijze niet langer kan worden geëist;

2) die verandering onvoorzienbaar was bij de contractsluiting;

3) die verandering ontoerekenbaar is aan de schuldenaar;

4) de schuldenaar dit risico niet voor zijn rekening heeft genomen; en

5) de wet noch het contract die mogelijkheid uitsluiten.

 Indien de heronderhandelingen niet slagen, kan de schuldenaar zich ook wenden tot de rechtbank en verzoeken aan de rechter:

1) om het contract aan te passen en het in overeenstemming te brengen met hetgeen de partijen zouden zijn overeengekomen op het tijdstip van de contractsluiting inzien zij rekening hadden gehouden met de verandering van omstandigheden; of

2) om het contract te beëindigen op een datum die niet mag voorafgaan aan de verandering van omstandigheden en volgens de nadere regels die de rechter vaststelt.

De toepassing van de imprevisieleer werd voorheen niet aanvaard. Nu krijgt zij met het nieuwe verbintenissenrecht een wettelijke basis.

 Goed om weten is dat deze nieuwe bepaling van aanvullend recht is. Dit houdt in dat partijen steeds de mogelijkheid hebben om het recht op heronderhandeling of aanpassing van de overeenkomst bij gewijzigde omstandigheden contractueel uit te sluiten of te beperken.

 ***

Indien u hierover meer vragen heeft, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

Meet the team: Patrick Dierckxsens

Patrick Dierckxsens behaalde zijn diploma van licentiaat in de Rechten aan de Universitaire Instelling Antwerpen in 1976.

Na zijn verplichte legerdienst vatte hij zijn stage bij de balie te Antwerpen aan onder toezicht van stafhouder Willy Hendrickx. Vier jaar later werd hij medewerker van de betreurde strafpleiter Mtr. Werner Mertens.

Medio de jaren 80 specialiseerde Patrick zich in het ondernemingsrecht om vanaf 1993 met drie jaargenoten een advocatenassociatie op te richten die zich toespitste op de noden van de KMO’s.
Bij het nieuwe justitiepaleis werd aan de Amerikalei twee historische panden betrokken.

Medio jaren 2000 werd Patrick hoofdoprichter van het advocatenkantoor Dilaw.

In 2018 vervoegde Patrick Firmus Advocaten, dat haar verhuis vanuit de Amerikalei had gepland naar een nieuw kantoor in de Verlatstraat.

Na 25 jaar verliet Patrick zijn eigen firma om bij FIRMUS aan een tweede carrière te beginnen als “senior”.

Patrick houdt van schilderkunst, voornamelijk eind 19de eeuw - begin 20ste eeuw, van voetbal en wielrennen.

Fun fact: Patrick houdt zich fit door wekelijks te mountainbiken en achter de kleinkinderen te hollen.

Wees een ellenlange procedure te snel af - kies voor bemiddeling. Het wat, hoe en waarom van bemiddeling

Wees een ellenlange procedure te snel af - kies voor bemiddeling. Het wat, hoe en waarom van bemiddeling

Gerechtelijke procedures kunnen tijdrovend, energievretend en kostelijk zijn. Ze geven vaak een uitkomst die veel optimaler had kunnen zijn, mochten partijen samen tot een oplossing zijn gekomen. Alternatieve geschillenbeslechtingsmethodes, zoals bemiddeling, winnen aan belang en zijn niet meer weg te denken in huidige maatschappij. We leven immers in een samenleving waar snelheid troef is en de (te grote) werklast van Justitie maakt dat dossiers niet steeds met de nodige accuraatheid en precisie kunnen worden behandeld.

De vraag stelt zich, wat is nu net bemiddeling, hoe wordt een bemiddeling opgestart en waarom zou men voor bemiddeling kiezen?

Read More

Onze tip om betaald te geraken in deze economische malaise: De clausule van eigendomsvoorbehoud en registratie ervan in het pandregister

Onze tip om betaald te geraken in deze economische malaise: De clausule van eigendomsvoorbehoud en registratie ervan in het pandregister

De coronacrisis heeft op korte termijn al een ongeziene impact op ons economisch leven en momenteel is het nog onduidelijk welke verdere gevolgen het virus op lange termijn zal hebben op onze economie en bedrijfsleven. Voor vele ondernemingen brengt deze onduidelijkheid ook onzekerheid met zich mee. Zullen mijn klanten betalen? Wat als mijn klanten binnenkort insolvabel worden? Zal ik dan op mijn beurt insolvabel worden? Kan ik nu alvast maatregelen nemen om mij hiertegen te beschermen?

Voor verkopers en leveranciers van roerende goederen (bijvoorbeeld auto’s of bouwmaterialen) hebben wij alvast een belangrijke tip om te anticiperen op mogelijke problemen bij betalingen of insolvabiliteit van klanten: door het inlassen van een eigendomsvoorbehoud in de contracten met klanten en de registratie hiervan in het recent opgerichte pandregister, waardoor het eigendomsvoorbehoud aan derden kan worden tegengesteld.

Read More

Volmachtenbesluit (KB nr. 4) mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht n.a.v. de Covid-19 pandemie gepubliceerd

Volmachtenbesluit (KB nr. 4) mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht n.a.v. de Covid-19 pandemie gepubliceerd

In het Belgisch Staatsblad van 9 april 2020 verscheen het Koninklijk Besluit nr. 4 houdende diverse bepalingen inzake mede-eigendom en het vennootschaps- en verenigingsrecht in het kader van de strijd tegen de Covid-19 pandemie (volledige tekst: klik hier).

Ingevolge deze pandemie is het voor tal van verenigingen en/of vennootschappen bijzonder moeilijk geworden om aan alle door de wet opgelegde verplichtingen te voldoen.

Denk maar aan het organiseren van de algemene vergaderingen, waarbij tal van mede-eigenaars of aandeelhouders aanwezig dienen te zijn of zich dienen te laten vertegenwoordigen.

Nu er sedert 17 maart 2020 tal van veiligheidsmaatregelen werden opgelegd door de Nationale Veiligheidsraad, zien vele verenigingen en vennootschappen zich geconfronteerd met praktische moeilijkheden bij de organisatie van - nochtans wettelijk verplichte – algemene vergaderingen.

Met het KB nr. 4 wil men aan deze moeilijkheden tegemoet komen.

In eerste instantie worden twee opties gecreëerd die in een praktische oplossing voorzien voor de organisatie van algemene vergaderingen:

  • De Algemene Vergadering uitstellen naar een latere datum

  • De Algemene Vergadering schriftelijk laten doorgaan (in sommige gevallen ook via skype, zoom etc.)

De maatregel heeft een beperkte duurtijd (met terugwerkende kracht) en geldt vanaf respectievelijk 10 maart (i.g.v. mede-eigendom) en 1 maart 2020 (i.g.v. vennootschappen en verenigingen) tot 3 mei 2020 maar deze periode kan worden verlengd indien nodig.

Voorts worden een aantal specifieke maatregelen voorzien.

  • Een eerste reeks maatregelen heeft betrekking op de organisatie en bijeenroeping van de algemene vergadering van de mede-eigenaars.

  • Een tweede reeks maatregelen heeft betrekking op de organisatie van de algemene vergaderingen van vennootschappen en verenigingen. In dat geval is het aan het bestuursorgaan van de vereniging / vennootschap in kwestie om autonoom te beslissen hoe zij de algemene vergadering wil laten doorgaan.

In deze blog wordt alvast meer in detail ingegaan op wat in het KB wordt voorzien voor de beide door het besluit beoogde gevallen.

Read More

College van Procureurs-Generaal publiceert omzendbrief inzake handhaving coronamaatregelen

College van Procureurs-Generaal publiceert omzendbrief inzake handhaving coronamaatregelen

Om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan, werd met het Ministerieel Besluit (MB) van 24.03.2020 een resem aan maatregelen opgelegd aan de bevolking. Het College van Procureurs-Generaal bij de Hoven van Beroep heeft met haar omzendbrief van 25.03.2020 standpunt ingenomen over de wijze waarop de naleving van deze maatregelen strafrechtelijk zal worden afgedwongen. De belangrijkste principes worden uiteengezet in deze blog.

Read More

Betalingsuitstel voor kredieten in tijden van Covid-19

Betalingsuitstel voor kredieten in tijden van Covid-19

De coronacrisis leidt voor heel wat consumenten én ondernemingen tot inkomensverlies ingevolge tijdelijke, technische of volledige werkloosheid, verlies van inkomsten als zelfstandige wegens (tijdelijke) stopzetting van de activiteiten, enz.

In overleg met de overheid heeft dit geleid tot de uitwerking van een “Charter”, waarin de kredietsector zich, via overkoepelende organisatie Febelfin, op een uniforme wijze engageert om particulieren en/of ondernemingen die ingevolge de coronacrisis in een moeilijke financiële situatie dreigen te belanden, op hun verzoek uitstel te verlenen van betaling van hun krediet indien ze aan de gestelde voorwaarden voldoen.

Read More

Noodmaatregelen m.b.t. procedure Omgevingsvergunning

Noodmaatregelen m.b.t. procedure Omgevingsvergunning

De Vlaamse Regering vaardigt naar aanleiding van de genomen Corona-maatregelen met hoogdringendheid regels uit inzake de opschorting, het stuiten of de verlenging van proceduretermijnen of de tijdelijke aanpassing van procedurele of administratieve verplichtingen wat betreft de reglementering met betrekking tot de omgevingsvergunning.

Read More

De uitvoering van contracten in tijden van Covid-19: Overmacht?

De uitvoering van contracten in tijden van Covid-19: Overmacht?

De razendsnelle verspreiding van het coronavirus (Covid-19) dwingt de overheid tot steeds drastischere maatregelen. In een eerste fase werden alle evenementen geannuleerd; en ondertussen wordt het doen en laten van burger en onderneming steeds verder en drastisch ingeperkt.

Dit lam leggen van maatschappelijke actoren zorgt voor een domino-effect op de uitvoering van contracten. Zal ik nog leveringen kunnen ontvangen, en wat is de invloed daarvan op de nakoming van mijn eigen contractuele verplichtingen? Kan ik zelf nog leveren of werken uitvoeren? Kan ik mijn contractuele verplichtingen desnoods tijdelijk opschorten? Wat te doen als het definitief onmogelijk is geworden om mijn verplichtingen nog na te komen, omdat een uitstel geen zin heeft? Wat als ik zelf besmet ben?  

Er ontplooit zich een amalgaam aan economisch-juridische spanningen, waarbij het begrip van “overmacht” een centrale rol lijkt te spelen.

Dit overzicht moet u een korte eerstelijnsguideline bieden. Voor een doorlichting van uw concreet probleem of
toetsing van uw contractuele voorwaarden, neemt u best contact op met onze
vakgroep Verbintenissenrecht - bijzondere overeenkomsten - contracten.

Read More

Een nieuwe beschermingsregeling voor KMO's in de Wet Betalingsachterstand

Een nieuwe beschermingsregeling voor KMO's in de Wet Betalingsachterstand

Met de invoering van de wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties (kort: Wet Betalingsachterstand) gelden er sinds 7 augustus 2002 bijzondere regels over de termijn waarbinnen ondernemingen elkaar voor geleverde goederen of verstrekte diensten moeten betalen.

Recent heeft de wetgever met de wet van 28 mei 2019 deze regelgeving verstrengd om kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) te beschermen die met grote ondernemingen contracteren.

Read More

De wet van 4 april 2019 - Ook beperking van de contractvrijheid B2B: “onrechtmatige bedingen” tussen ondernemingen

De wet van 4 april 2019 - Ook beperking van de contractvrijheid B2B: “onrechtmatige bedingen” tussen ondernemingen

Met de wet van 4 april 2019 werden in Boek VI van het WER enkele nieuwe artikelen ingevoegd die de klassieke contractvrijheid tussen ondernemingen ernstig inperkt.

Middels de nieuwe artikelen VI.91/3 – VI.91/6 WER wordt het leerstuk van de zogenaamde “onrechtmatige bedingen” (reeds veel eerder gedefinieerd en verboden in relaties tussen bedrijven en consumenten, zie o.a. de artt. I.8, 22° en VI.83 WER) uitgebreid naar de relatie tussen ondernemingen onderling.

Er wordt onder meer een “zwarte” en een “grijze” lijst met onrechtmatige bedingen ingevoerd, m.n. bedingen die steeds worden beschouwd als onrechtmatig (“zwarte lijst”) dan wel bedingen die worden beschouwd als onrechtmatig tot de partij die zich erop beroept het tegendeel bewijst (“grijze lijst”).

Read More

Uitbreiding van het eigendomsvoorbehoud onder de nieuwe Pandwet - Naar een betere bescherming voor de schuldeiser

Eigendomsvoorbehoud – Algemeen

Voor leveranciers van roerende goederen (bv. auto’s of bouwmaterialen) is het aangewezen dat zij in hun overeenkomsten een clausule van eigendomsvoorbehoud inlassen. Met zulke clausule wordt bedongen dat de eigendomsoverdracht van leverancier/schuldeiser naar klant/schuldenaar, die normalerwijze onmiddellijk plaatsvindt, wordt opgeschort totdat de klant de prijs volledig heeft betaald.

Op grond van het eigendomsvoorbehoud kan de onbetaald gebleven leverancier/schuldeiser de goederen terugvorderen van de klant/schuldenaar (bv. ingeval van faillissement), indien deze nog in diens vermogen aanwezig zijn.

Opdat een eigendomsvoorbehoud geldig zou zijn overeengekomen, is enkel vereist dat het schriftelijk wordt bedongen en dit ten laatste op het moment van de levering[1]. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren via de algemene voorwaarden van de leverancier/schuldeiser. Wordt geleverd aan een consument, dan is bijkomend vereist dat de consument expliciet en schriftelijk heeft ingestemd met het eigendomsvoorbehoud[2].

Een eigendomsvoorbehoud kan eenvoudig in elk contractueel document worden geïncorporeerd:

“De geleverde goederen blijven zelfs bij verwerking, vermenging of incorporatie onze eigendom en dit tot de volledige betaling van de koopprijs, zowel in hoofdsom, interesten als kosten. Het is de klant verboden om de geleverde goederen door te verkopen, deze in pand te geven of de vordering erop te cederen vooraleer de koopprijs volledig is betaald.”

Traditioneel kon een eigendomsvoorbehoud enkel worden gevestigd op roerende goederen.

Wanneer deze goederen een onroerend karakter kregen door bestemming (bv. incorporatie van geleverde ramen in een aan te bouwen woning), verviel het eigendomsvoorbehoud.

Hetzelfde probleem deed zich voor bij verwerking tot of vermenging met een ander goed.

Invoering van het pandregister

Met de nieuwe Pandwet[3], die in werking is sedert 1 januari 2018, wordt een betere bescherming van de leverancier/schuldeiser beoogd.

Met deze nieuwe wet werd voorzien in de oprichting van een centraal pandregister (zie https://financien.belgium.be/nl/E-services/pandregister)[4], waarin de leverancier/schuldeiser zelf zijn pandrechten en eigendomsvoorbehoud kan registreren tegen zijn schuldenaars.

Enerzijds kan men in het pandregister opzoeken of tegen een mogelijke medecontractant reeds een pandrecht of eigendomsvoorbehoud werd geregistreerd. Anderzijds kan de schuldeiser in het pandregister zelf een eigendomsvoorbehoud tegen een bepaalde schuldenaar registeren.

Raadpleging en registratie is mogelijk mits betaling van een retributie en mits aanmelding via een Belgisch e-ID[5].

Na registratie ervan door de leverancier/schuldeiser in het pandregister overleeft het eigendomsvoorbehoud wél de onroerendmaking door incorporatie of de verwerking/vermenging[6].

Wanneer een leverancier van bouwmaterialen diens contractueel eigendomsvoorbehoud correct heeft geregistreerd in het pandregister, blijft het eigendomsvoorbehoud dus gelden, ook nadat de goederen in de aan te bouwen woning werden geïncorporeerd of nadat de goederen in een ander goed werden verwerkt of ermee werden vermengd.

Hierdoor bekomt de leverancier/schuldeiser een sterkere positie ingeval van insolventie (bv. faillissement) van diens klant/schuldenaar.

Enkele belangrijke principes uit de nieuwe Pandwet

De wettelijke regeling van het eigendomsvoorbehoud is niet alleen van toepassing op koop-verkoopovereenkomsten, maar ook op ruil-  of aannemingsovereenkomsten.

Tussen ondernemingen (B2B) volstaat het dat men kan aantonen dat de Algemene Voorwaarden van de leverancier, waarin het eigendomsvoorbehoud werd opgenomen, door de klant waren gekend en werden aanvaard. Ingeval van levering aan consumenten (B2C) zijn de regels strenger: de consument  dient in te stemmen met het eigendomsvoorbehoud en deze instemming dient te blijken uit een (ondertekend) geschrift.

Zoals hoger reeds uiteengezet, blijft het eigendomsvoorbehoud gelden, ook wanneer de onroerende goederen werden geïncorporeerd of werden verwerkt/vermengd. Desalniettemin geldt het principe dat de uitwinning van een eigendomsrecht steeds op een economisch verantwoorde wijze dient te gebeuren[7]. Wanneer het goed in kwestie in dergelijke mate is geïncorporeerd dat het niet op efficiënte wijze afzonderlijk ten gelde kan worden gemaakt (bv.: uitbreken alle bakstenen uit een in aanbouw zijnde woning), behoudt de schuldeiser wel zijn rang, maar wordt diens vordering omgezet in een geldelijke vordering.

Voorts beschikt de houder van het eigendomsvoorbehoud over een volgrecht. Als de schuldenaar het goed in kwestie zou vervreemden (bv. doorverkopen), kan men zich (op enkele uitzonderingen na) principieel tot de nieuwe verkrijger richten om het eigendomsvoorbehoud uit te oefenen. Indien u hierover meer inlichtingen wenst, kan u ons kantoor steeds contacteren.

Het eigendomsvoorbehoud kan overigens niet enkel een schuldvordering tot betaling waarborgen, maar ook de toebehoren ervan. Denk bv. aan de kosten van de koop, transportkosten, verpakkingskosten,… Gerechtskosten zijn niet inbegrepen in de waarborg[8].

Tot slot mag de schuldeiser zich door uitwinning van het eigendomsvoorbehoud niet verrijken. Indien de waarde van het goed waarop het eigendomsvoorbehoud rust het bedrag van de schuldvordering van de schuldeiser zou overschrijden, is de schuldeiser gehouden het saldo ervan aan de schuldenaar terug te betalen[9].

Eigendomsvoorbehoud en insolventieprocedures

Een geldig bedongen eigendomsvoorbehoud (met geldige registratie ingeval van incorporatie/ vermenging / verwerking van het verkochte goed) is tegenwerpelijk aan de schuldenaar en derden, ook ingeval van insolventie van de schuldenaar.

Een correct bedongen eigendomsvoorbehoud versterkt de positie van een schuldeiser in het faillissement en de procedure WCO.

Besluit

De nieuwe Pandwet voorziet – althans theoretisch - voor de schuldeiser die houder is van een eigendomsvoorbehoud een betere bescherming.

Registratie van een eigendomsvoorbehoud in het pandregister is principieel niet verplicht (een geschrift waarin dit wordt bedongen volstaat, opgelet voor uitzondering ingeval van contractering met consumenten, zie supra), maar conform de nieuwe Pandwet kan het eigendomsvoorbehoud incorporatie, verwerking of vermenging slechts overleven ingeval van tijdige en geldige registratie in het register. Via het pandregister kan men ook controleren of tegen een mogelijke medecontractant reeds een pandrecht of een eigendomsvoorbehoud werd gevestigd.

Vanzelfsprekend is een discrepantie mogelijk tussen de theoretische beginselen en de toepassing ervan in de praktijk. Desalniettemin is het eigendomsvoorbehoud, in functie van het hedendaagse insolventierecht (bv. faillissement of WCO), waarin de bescherming van de schuldeiser steeds minder prioritair lijkt, voor de leveranciers en aannemers het instrument bij uitstek om bij contracten van substantiële aard hun belangen te vrijwaren.

***

Indien u hierover vragen zou hebben kan u steeds contact opnemen met de werkgroep Verbintenissenrecht - Bijzondere overeenkomsten - Contracten.

***

[1] Art. 69 Pandwet;

[2] Art. 69 lid 2 Pandwet;

[3] Wet van 25 december 2016 houdende de wijziging van verscheidenen bepalingen betreffende de zakelijke zekerheiden op roerende goederen, BS 30 december 2016, in werking sedert 1 januari 2018;

[4] Art. 26 Pandwet;

[5] Art. 27 Pandwet en KB van 14 september 2017 tot uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III van het Burgerlijk Wetboek, die het gebruik van het Nationaal Pandregister betreffen (BS 26 september 2017);

[6] Artt. 70 en 71 Pandwet;

[7] Zie bv. Art. 47 Pandwet;

[8] Matthias E. Storme, Roerende zekerheden na de Pandwet, Antwerpen, Intersentia, 2017, blz. 37;

[9] Art. 72 Pandwet;