Heffing leegstand / verwaarlozing – Overmacht – Bekomen van een stedenbouwkundige vergunning

Huidige interessante casus handelt over de aankoop van onroerend goed dat als verwaarloosd is geïnventariseerd, met de bedoeling om onmiddellijk een nieuw vastgoedproject te ontwikkelen. In de procedure tot het bekomen van een stedenbouwkundige aanvraag loopt het evenwel mis. De opeenvolgende ontwerpen van de bouwlustige stuiten telkenmale op bezwaar met een onvermijdelijk tijdsverlies. En daardoor wordt de dreiging van heffing effectief met ernstige financiële gevolgen.

Geconfronteerd met deze heffingen wegens verwaarlozing werd in de procedure tot vernietiging ervan overmacht opgeworpen.

Als overmacht kan gelden de verwaarlozing (of leegstand of ongeschiktheid) te wijten aan redenen buiten de wil van de houder van het zakelijk recht, van wie redelijkerwijze niet kan worden verwacht dat hij een einde stelt aan de leegstand (vgl. Cass. 26 september 2008, Pas. 2008, I, 2067).

In de betreffende zaak werd opgeworpen dat de nodige stappen werden ondernomen tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning (waar een aantal jaren zijn overgegaan), doch dat hierbij werd gestoten op opeenvolgende afwijkende meningen van de stedenbouwkundige ambtenaar.

De eerste rechter was van oordeel dat geen sprake was van overmacht om reden dat de eigenaars professionele spelers zijn en risico’s  nemen en het er naar uitziet dat door een maximaal rendement na te streven onrealistische projecten werden ingediend waardoor de nodige tijd werd verloren.

Het hof van beroep te Brussel heeft in een recent arrest van 24 januari 2018 het standpunt van de eerste rechter niet gevolgd en geoordeeld dat de overmacht wordt aangetoond nu het bouwdossier nauwgezet en met bekwame spoed werd opgevolgd en dat geen onzorgvuldigheid van de eigenaar wordt aangetoond.

Het hof oordeelt eveneens dat het de overheid niet toebehoort om de opportuniteit van het bouwproject van de eigenaar te beoordelen, ook niet in het kader van een betwisting nopens de overmacht.

Het hof van beroep  aanvaardt dus de overmacht ook al had de eigenaar diverse andere opties dan de sloop gevolgd door nieuwbouw, zoals het herstellen van de vastgestelde gebreken waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning is vereist, of nog de aanvraag van een enkele sloopvergunning.

Een moeizaam vergunningstraject kan als overmacht worden ingeroepen om te ontkomen aan heffingen wegens verwaarlozing. Belangrijk is dat je niet onzorgvuldig in dit traject gehandeld hebt. Het behoort de overheid daarbij niet toe om de opportuniteitskeuzes van de bouwlustige te beoordelen.

Voor meer informatie hieromtrent kan u steeds contact opnemen met onze werkgroep Administratief recht – overheidsopdrachten – milieurecht – stedenbouw – ruimtelijke ordening.