Erkenning voor uitvoeren van overheidsopdrachten voortaan ook verplicht voor alle onderaannemers

Voorheen diende enkel de hoofdaannemer die een overheidsopdracht voor de aanneming van werken boven een bepaalde prijs wilde uitvoeren, erkend te zijn overeenkomstig de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken.

Voor zijn medecontractanten en onderaannemers gold deze erkenningsregeling niet.

Om de strijd tegen sociale dumping aan te gaan, geldt vanaf 1 juli 2017 het nieuw ingevoerd art. 78/1 van het Koninklijk Besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

Ingevolge deze bepaling dient voortaan ook elke onderaannemer in de keten van de overheidsopdracht waarvoor een erkenning vereist is, te beschikken over een Belgische of een gelijkwaardige buitenlandse erkenning.

Minstens moet hij kunnen aantonen dat hij op een equivalente manier voldoet aan de voorwaarden voor het bekomen van een erkenning.

Bent u als onderaannemer vaak betrokken bij overheidsopdrachten, dan zult u voortaan dus ook moeten beschikken over een juiste erkenning indien deze vereist is voor het uitvoeren van een bepaald deel van de overheidsopdracht.

Bent u hoofdaannemer en werkt u regelmatig samen met onderaannemers, dan controleert u of uw onderaannemers beschikken over de juiste erkenning.

Voor meer informatie hieromtrent, kan u steeds contact opnemen met de leden van onze werkgroep Administratief recht – overheidsopdrachten – milieurecht – stedenbouw – ruimtelijke ordening.